Bekijk hier al onze gesprekken over ongelijkheid.
De strijd tegen ongelijkheid is een oorlog op vele fronten. De belangrijkste vraag vandaag is of we van die veelheid aan fronten terug één front kunnen maken. Spoiler: wij denken van wel.
Mensenrechten
Ooit was er één front. De mensenrechten streven naar gelijkheid voor iedereen en de Universele Verklaring is nog steeds één van de mooiste bouwwerken van de mensheid.
Maar we voelen ook dat de mayonaise niet meer pakt. Dat de mensenrechten met steeds meer gemak worden bekritiseerd en dat de pas-op-verhalen niet meer binnenkomen nu de oorlog zo ver achter ons ligt.
Ook wij groeiden op in met dat grote idee. Geef een basispakketje rechten aan iedereen, stuur iedereen met dezelfde zwemzak naar school en alles komt goed met de wereld. We moeten de verschillen negeren. Want als we gewoon kleurenblind zijn, als we doen alsof kleur niet bestaat, dan is er toch ook geen racisme?
Structureel racisme
Maar toen ontmoetten we Dalilla Hermans. Zij zei dat we het juist wel over kleur moeten hebben. Dat het heel anders is om als mens van kleur in onze maatschappij te leven. Dat bepaalde tradities, woorden en beelden gewoon heel kwetsend zijn en dat we daar toch moeten over kunnen praten.
Dankzij Olivia Rutazibwa begrepen we voor het eerst hoe structureel racisme in elkaar zit. Dat het probleem niet die ene racistische buschauffeur is, maar dat het racisme verankerd zit in onze wetgeving, in onze feesten en straatnamen, in ons onbewust gedrag, in onze geschiedenislessen, in onze taal. En dat we, om er iets aan te doen, alles grondig tegen het licht moeten houden.
Want je kan iedereen dezelfde zwemzak meegeven, maar wie het zwembad niet binnen mag heeft daar niet zo veel aan.
Persoonlijk of collectief
Rachida Lamrabet voegde daar aan toe dat het individualiseren van racisme – het wijzen naar de racistische buschauffeur – niet onschuldig is, want daardoor trek je het probleem uit de politiek en leg je de verantwoordelijkheid bij de burger. Die kan dan zeggen dat hij geen racist is want één van zijn beste vrienden is zwart. En zo beweegt er niets.
Die dynamiek herkennen we ook op andere domeinen. Het depolitiseren van klimaat bijvoorbeeld, waarbij het klimaatprobleem wordt herleid tot de vraag of je de auto neemt of de fiets. We kijken niet meer naar die dingen als een sociale strijd, maar als een persoonlijke struggle.
Volgens Stefan Hertmans is dat de oorzaak van de versplintering in vele fronten. Je kan niet meer spreken voor het collectief. Het identitaire is veel te belangrijk geworden, waardoor wie spreekt al na 2 woorden een andere groep aan het uitsluiten is. Daarbovenop is het Middenveld (the place to be als het gaat over collectief spreken) doelbewust afgebouwd. Iedereen voert zijn eigen strijd, de collectieve strijd is dood.
Eén strijd
Als de politiek depolitiseert dan moeten wij politiseren. We moeten op straat komen voor klimaat én Black lives matter. En liefst tegelijk. En dan nog de gele hesjes betrekken en de LGBTQIA+ gemeenschap.
Met Fleur Pierets hadden we het over die term. LGBTQIA+ probeert allerlei categorieën van mensen die niet tot de norm behoren te verenigen onder één paraplu. Het is ironisch dat de afkorting al bijna zelf een afkorting nodig heeft, maar we vinden het een schoon idee. We zouden uiteindelijk zo veel letters kunnen toevoegen dat we de facto tot een nieuw soort humanisme komen, waar iedereen onder valt.
Dat lijkt ons de juiste insteek. Ook bij Anaïs Van Ertvelde hoorden we iets gelijkaardig. Zij gebruikt de term ‘handicap’ als iets verbindend. Als we dat begrip open trekken. Als we nagaan op welke manier de maatschappij niet ingericht is voor ons en op welke manier we dus onderdrukt worden. Dan hebben we allemaal in meerdere of mindere mate een handicap en dan wordt het makkelijker om empathie op te brengen voor elkaars strijd (We denken dat dat de essentie is van intersectionaliteit, maar corrigeer ons gerust als dat niet klopt).
Dan komen we tot hetzelfde beeld van een wereld waarin iedereen gelijk aan de start komt en onderweg gelijke kansen krijgt. Niet door het wegpoetsen van onze verschillen, maar net door het omarmen van de diversiteit en het vieren van de eindeloze reeks letters die allemaal onder één paraplu welkom zijn.