Ik wens het ons toe

Liefste Helden,

Sommige interviews beginnen zonder ik daarvoor kies. Dan neemt iemand een stoel vast, denkt ‘die man ziet er niet al te vervelend uit’ en bonkt zichzelf een plaats aan de tafel naast mij.

Zo ging het met Gaëtan. Midden de 40, schat ik. Ongewassen haar, vijf dagen baard en gebouwd als een dokwerker.

Hij ruikt dierlijk. Alle stugheid is uit zijn leren jas verdwenen. Hij draagt hem al zo lang dat het terug huid geworden is. Een schild tegen de wereld.

‘Geniet ervan, zeggen ze tegen mij!’
‘Vriendelijk, toch?’
‘Nee nee. Ze kijkt me niet aan wanneer ze het zegt. Rolt met haar ogen. En dan “geniet ervan”. Nee. Dat is geen beleefdheid.’

Ik wil voorzichtig zijn, maar ik denk dat hij iets genomen heeft. Zijn tong komt om de paar woorden ongecontroleerd de temperatuur nemen. Hij kijkt het ene moment schichtig rond en leunt dan achterover om droef voor zich uit te staren.

Ik redde me eerder uit gesprekken zoals dit door via mijn laptop mijn GSM te laten rinkelen en dan bellend met mezelf mijn troepen terug te trekken. Maar ik zit hier goed. En hij kan mijn scherm zien.

‘Ik heb haar net niet geslagen.’
‘Oei… Wie?’
‘Een collega. Ze kan me niet uitstaan. Echt een kreng. Ze roddelt over mij. Als ik iets doe, gaat ze wenen bij mijn baas. “Oh meneer, Gaëtan is weer kwaad geworden!”‘
‘Misschien is ze onzeker? Of bang van jou?’
‘Ik heb het haar gezegd: “Je bent een kreng”, zei ik. Ze mag het weten.’

Hij beeldt het allemaal zo enthousiast uit dat zijn borst tegen de tafel botst. De ondertas van zijn koffie ligt ondertussen vol. Ik mis het comfort van de studio. Als ik daar op mijn gezicht krijg, staat het ten minste op camera.

Maar ik wil wel een gesprek met hem voeren. Als ik het even niet meer weet, laat ik de stilte vallen. Hij wordt er samen met mij rustig van.

‘Gebruik jij emoji’s?’, vraagt hij plots.
‘Weinig. Ik weet niet goed hoe dat moet. Anderen lijken steeds de juiste te kiezen en bij mij blijft het altijd wat knullig.’
‘Ik stuur alleen nog emoji’s.’
‘…’
‘Ik heb het moeilijk met vriendschappen. Relaties te houden, snap je?’
‘Wat heeft dat met emoji’s te maken?’
‘Ik heb gemerkt dat als ik emoji’s stuur, mensen niet weglopen.’

Hij opent zijn GSM, toont me de lijst met zijn meest gebruikte varianten. Hartjes, een koffietas, een taartje en een glas wijn. Maar ik ben niet meer daar.

Zijn ogen, zijn schild, zijn opgekropte woorden. Ik zie mezelf zitten. Bang om woorden te gebruiken waarover ik niet zeker ben en dan maar een bunker bouwen met boude uitspraken en een muur van emoji’s.

Ik wens het Gaëtan toe. En jullie. En mezelf. Deze zomer luidop te durven twijfelen aan een zwembad in de Provence of onder een parasol in Blankenberge. Te geloven dat je ruimte mag innemen ook wanneer je onzeker bent. En anderen mee te laten bedenken wat je vindt door uit te spreken wat je niet weet.

En mild te zijn. Voor iedereen die het vandaag, wanneer elk woord een krantenkop lijkt, aandurft niet te zwijgen.

Het is belangrijk.

Fijne vakantie, liefste helden.

Anthony