Wie is Mohamed Barrie?
Wij zijn kleurenblind grootgebracht. Met Benetton posters op de achtergrond. “Ik zie geen verschil, we zijn toch allemaal mensen.”
En hoe ouder we werden, hoe duurder de woorden waarmee dat beeld verankerd werd. Humanisme. Universalisme. Liberalisme. Woorden die muren leken af te breken om een wereld van gelijke kansen te scheppen.
Mensen zoals Mohamed zijn vanuit dat kader moeilijk te begrijpen. Want waarom zou je evenementen organiseren die zich exclusief richten op de zwarte gemeenschap? Of organisaties opzetten die proberen zwarte jongeren te ondersteunen in hun hogere studies? Is dat geen “omgekeerd racisme”? Draagt hij niet bij tot de segregatie die wij met onze kleurenblindheid proberen op te lossen?
Nee.
Wij waren verkeerd.
Wij zijn al lang verkeerd.
En het zou ons goed doen, dat te erkennen.
Elk gesprek dat we eerder over dit thema hebben gehad, was een voorbereiding op dit moment.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
"*" geeft vereiste velden aan
Shownotes
Als wij iemand uitnodigen en in het zwart-wit portretteren, dan zetten we die persoon automatisch op een piedestal. Mohamed wil daar niet staan. Hij ziet hoe rolmodellen misbruikt worden door het systeem om anderen op hun tekorten te wijzen en wil vooral benadrukken hoe normaal hij is. Het is de fundamentele paradox van Mohamed. Door zichzelf te zijn en door de vertrekken vanuit liefde voor zichzelf en zijn gemeenschap, creëert hij mooie dingen en verdient hij een podium. Een podium van waarop hij vooral wil zeggen: streef hier niet naar, wees jezelf en doe wat je leuk vindt. Schone mens.
Algemeen
- Mohamed besliste op jonge leeftijd om zich volledig in te zetten voor zijn gemeenschap. Het resultaat daarvan is een lange lijst initiatieven:
- Ayo (African Youth Organisation) is een studentenvereniging voor jongeren met Afrikaanse roots.
- Kilalo zet in op jongere kinderen en helpt hen zichzelf te vinden in deze complexe maatschappelijke realiteit.
- Mohamed lanceerde vanuit Ayo de Belgische versie van Black History Month. Gedurende de hele maand maart wordt de kracht van de zwarte gemeenschap gevierd met lezingen, tentoonstellingen, theater, …
- City Pirates is een Antwerpse voetbalclub met een sociale missie. Het doel is vooral om kinderen engagement en zelfliefde bij te brengen. En ook een beetje voetbal.
- Het fragment van Nina Simone is alles wat Mohamed beschrijft en meer. En kijk daarna ook eens naar dit. Wat ga je anders doen vandaag?
- Mohamed is een week na ons gesprek verhuisd naar Boston. Volg zijn Amerikaanse avonturen op Instagram.
- Gevonden via Mohamed: Anthony Anaxagorou performs “I Am Not A Poet”. Wow.
Hoofdstuk 1: Wie bepaalt?
Mohamed praat over modellenwerk en over hoe moeilijk dat is als je je bewust bent van beeldtaal en hoe die historisch gebruikt werd. Over de vermoeiende afleiding die racisme is en over de onmogelijkheid om uit het kader dat voor jou gecreëerd werd te ontsnappen.
- De documentaire I Am Not Your Negro portretteert de Amerikaanse schrijver James Baldwin en toont hoe de problemen die Baldwin op een supereloquente manier aankaartte in zijn tijd vandaag nog steeds aan de orde zijn.
- Uiteindelijk gaat het altijd over macht. Wie bepaalt? De vraag is hoe je macht verwerft. We schreven een uitgebreide tutorial.
- De Toni Morrison quote waarnaar Mohamed verwijst is belangrijk genoeg om hem hier in zijn geheel op te nemen: “The function, the very serious function of racism is distraction. It keeps you from doing your work. It keeps you explaining, over and over again, your reason for being. Somebody says you have no language and you spend twenty years proving that you do. Somebody says your head isn’t shaped properly so you have scientists working on the fact that it is. Somebody says you have no art, so you dredge that up. Somebody says you have no kingdoms, so you dredge that up. None of this is necessary. There will always be one more thing.” BAM! (red.)
Hoofdstuk 2: In jullie ogen ben ik zwart
Het migratieverhaal van Mohamed. Op zijn 12 jaar komt hij in België terecht. Enkele jaren later verlaat hij de veilige cocon van zijn ouders en begint hij door te hebben hoe ons systeem in elkaar zit en hoe het niet-witte mensen behandelt.
- Mohamed werd geboren in Sierra Leone en leefde daar all over the place dankzij de burgeroorlog in de jaren ’90. De film Beasts of No Nation is gebaseerd op die oorlog.
- In 2016 schreef Mohamed een brief aan België, balancerend tussen liefde en haat, hoop en wanhoop.
- Niets pijnlijker dan een kind dat langzaam ontdekt dat het in een racistische maatschappij leeft. Olivia Rutazibwa vertelde over hoe haar geboorteland Rwanda verkeerd werd voorgesteld in de geschiedenisles. Nozizwe Dube zag hoe haar hoog opgeleide mama geen andere keuze had dan poetsvrouw worden.
Hoofdstuk 3: Van Grinta naar Zamzam
Over het verzet dat bij Mohamed ontstond in het vijfde leerjaar. De Grinta die hem energie geeft om zich tegen het systeem te verzetten. Maar na het wegduwen van dat systeem ontstaat er ruimte en in die ruimte kon hij zichzelf terugvinden. Over de zelfliefde en de creatie als centrale concepten in Mohamed’s leven.
- Het artikel van Mohamed over grinta en over de ambiguïteiten van een leven als Belg met niet-Belgische roots. Over het ongezonde streven dat ons allemaal naar burn-outs leidt.
- De Zamzam is een échte bron in Mekka. Het bezoeken van de bron is een onderdeel van de hadj.
- De tocht die Mohamed aflegde van grinta naar zamzam roept veel parallellen op met eerdere gesprekken. Ook Dalilla Hermans en Ish Ait Hamou moesten zich leren verhouden tegenover het systeem dat hen onderdrukt. Het is pas als ze dichter bij zichzelf bleven dat er een explosie van zemzem kwam.
- Toch even een ode aan het Erasmusprogramma van de Europese Unie. Naast losbandig leven in een stad waar je niemand kent heeft het uitwisselingsprogramma ook andere voordelen. Bijvoorbeeld: in een maatschappij leven waar je anders gepercipieerd wordt om zo los te komen van de kaders die anderen je opleggen. Wat Mohamed meemaakte in Denemarken deed ons denken aan wat Rashif El Kaoui ervoer in Turkije. “Hier zijn wij elite, man”.
- Mohamed begon te schrijven voor de blog van Bleri Lleshi en voor Kifkif.
Hoofdstuk 4: Hoe veel generaties nog?
Over het belang van gemeenschap. Over de kritiek dat je dan verdeelt in de plaats van verbindt. Over het relletje tussen Mohamed en Walter Zinzen en over het grotere falen van progressief België.
- Mohamed schreef over het Rookgordijn van rolmodellen.
- Mohamed haalde veel inspiratie uit het verhaal van Steve Biko en de Black Consciousness beweging in Zuid-Afrika. Biko vond dat zwarten zich onderling moesten organiseren in de anti-apartheidsstrijd en kreeg daarmee heel veel kritiek van de blanke anti-apartheidbeweging. Als we dit soort dingen lezen dan beginnen we de vermoeidheid van Mohamed te begrijpen. De geschiedenis vindt het precies wel plezant om zichzelf voortdurend te herhalen.
- Mohamed verwijst verschillende keren naar Thomas Sankara, president van Burkina Faso in de jaren ’80. Het is een herkenbaar verhaal: president wil het volk dienen en niet de ex-kolonisator. President wordt vermoord, beleid wordt ongedaan gemaakt en de nieuwe president ‘stabiliseert’ het land en de relaties met de ‘ex’-kolonisator.
- Olivia Rutazibwa vertelde ons meer over de neokoloniale aanwezigheidspolitiek die Europa in Afrika voert.
- De column van Walter Zinzen en de reactie van Mohamed leggen inderdaad bloot hoe groot het generationele gat is tussen oude en jonge progressieven in België.
- Tegelijk leerden we van Ish Ait Hamou dat je niet eindeloos bruggen kunt bouwen over dat soort gaten. Op een gegeven moment ben je moe en kies je zoals Mohamed voor je gemeenschap.
Hoofdstuk 5: Compassie
Over onze onderdrukte compassie en de maatschappij die systematisch ons gevoel wegduwt. Mohamed verbindt ruziemakende kindjes met hamsteraars in de supermarkt en met belastingontduikende miljardairs.
- Het stuk over corona op sociaal.net. Mohamed praat met zijn collega sociaal werkers en maakt een pijnlijk overzicht van zij die het hardst getroffen werden door de lockdown.
- Doe eens de test: een uurtje Al Jazeera en vervolgens een uurtje VRT. Stuur al uw bevindingen op een gele mailkaart naar jowkes@zwijgenisgeenoptie.be
- Mohamed ziet compassie als een gevoel dat we allemaal voelen, maar dat we vakkundig wegduwen met ingelepelde ‘rationele’ argumenten. De principes van competitie, de wet van de sterkste, het zero-sum-idee zitten heel diep ingebakken in onze Westerse cultuur. We hoorden gelijkaardige analyses bij Marieke De Maré, Tobias Leenaert en Christophe Busch.
- De vraag ‘Is de mens van nature zo?’ wil Mohamed zich zelfs niet stellen. Rutger Bregman zou zeggen van niet. De mens is eerder goed en de heersende ideeën halen het slechtste in hem naar boven.
Hoofdstuk 6: Schaarste wordt in uw ziel gedropt
Over de geldbedragen die mensen met migratieroots elke maand terugsturen naar hun land van herkomst. Over wat dat zegt over onze en andere culturen. Wij zien onszelf als een losstaand project dat al zijn successen en al zijn falen te danken heeft aan zichzelf. Wat als we onze kinderen iets anders zouden leren?
- We lazen voor het eerst over het waanzigge bedrag aan remittances in het boek van Naima Charkaoui.
- Het artikel van Mohamed over remittances kan je hier lezen.
- Geertrui Serneels bevestigt het idee dat we zijn doorgeschotten in ons individualistische denken. We houden onszelf buitenproportioneel verantwoordelijk voor onze successen en voor ons falen. Daardoor leggen we een gigantische druk op onze eigen schouders en dat leidt tot de spiegelstoornis van onze tijd: burn-out en depressie. In meer collectivistische culturelen hebben ze daar minder last van. Insjallah, ik erken dat het buiten mezelf ligt en kan het dan ook aanvaarden.
- De Marathon is een populaire metafoor voor het leven. We zijn te veel bezig met het neerzetten van ons eigen resultaat en we vergeten anderen onderweg aan te moedigen. Ish Ait Hamou zei dat niet iedereen een marathon moet lopen. Er zit waarde in langs de kant van de weg staan, water aangeven, supporteren. Mohamed verwees naar Abdi Nageeye wiens zilveren medaille veel harder blonk omdat hij zijn vriend Bashir Abdi aan brons kon helpen.
Hoofdstuk 7: Waar zijn we bang voor?
Over onze traditie van kleurenblindheid. Over hoe dat zwarte mensen onzichtbaar maakt in de statistieken en het onmogelijk wordt om iets aan hun positie te veranderen. Over de ultieme vraag: waarom heeft het witte systeem zwarte mensen nodig?
- In ons gesprek met Olivia Rutazibwa werd duidelijk dat racisme niet gaat over een onbeleefde buschauffeur. Het gaat over een systematische ongelijkheid die het verschil tussen leven en dood kan betekenen.
- Dit artikel in TIME-magazine is de moeite. Uit onderzoek blijkt dat een zwart kindje dat vandaag (in 2020) geboren wordt in de Verenigde Staten gemiddeld 7 jaar minder leeft dan een wit kindje.
- Wij voelden voor het eerst barstjes in ons kleurenblind ideaal toen we naar Wit is ook een kleur keken en toen we voor het eerst spraken met Dalilla Hermans.
- Bekijk hier het debat in de Roma waarin Mohamed aan de directeur van het koloniaal museum vroeg of hij het museum echt wil dekoloniseren.
Klik en abonneer (gratis!) in jouw favoriete podcast app:
Vind jij het belangrijk dat iedereen naar onze gesprekken kan kijken?
We mogen wel zeggen dat onze gesprekken iets met de mensen doen. Ze zijn voedsel voor de ziel. Ze doen je brein knetteren en je handen jeuken. Na zo’n gesprek, voelt het soms alsof je niet alleen bent, met je zorgen, met je dromen. Zoiets is kostbaar. En dat zet je niet achter een paywall. Daarom zijn al onze gesprekken gratis beschikbaar voor iedereen. Ze maken daarentegen is helemaal niet gratis en daarom zijn er allerlei manieren om ons te steunen, om de gesprekken en wat ze teweegbrengen openbaar te houden.
Waanzinnig mooi. In het begin van het gesprek voelde hij onoprecht en ik had het hele hele gesprek nodig om te kunnen geloven hoe groots zijn oprechtheid eigenlijk is.
En dan de laatste zin, die raakt en alle bescherming weghaalt van mijn gedachten.
En ik wil huilen huilen huilen huilen en dat voelt hypocriet want ik kan alleen maar huilen in mijn mooie huis met grote tuin, met een volle buik en goeie koffie voor mijn snufferd.
En ik heb tijd om te huilen want ik heb jou geofferd voor mijn tijd. Ik heb jouw bloed aan mijn handen, aan mijn muren, aan de banden van mijn fiets aan het hek naar mijn buren.
Hoe oprecht zijn mijn tranen, gelaten in de wetenschap dat ik door zal gaan en niets zal sparen
Ik pak mijn nette pak en smetteloos blazoen en loop naar de super om een boodschap te doen
en bij het afrekenen aan de kassa snik ik nog een laatste keer
Ik zal voor altijd aan je denken, maar aan mezelf toch nog wat meer